Geelschouderspanner - Ennomos alniaria
Geplaatst: 28 mar 2023, 20:06
De geelschouderspanner met zijn kanariegele borststuk is een gewone soort van bossen, struwelen en parken.
Voorvleugellengte: 16-20 mm. In de meeste gevallen onderscheidt het helder kanariegele borststuk deze spanner van de andere Ennomos-soorten. Verder vertoont de buitenste dwarslijn op de voorvleugel een vrij sterke kromming en bereikt deze lijn in een geleidelijke boog de voorrand. De afstand van deze lijn tot de vleugelpunt is in verhouding kleiner dan bij de andere Ennomos-soorten. Gewoonlijk is de middenstip duidelijk aanwezig. De grondkleur is doorgaans oranjegeel (soms donkerder) met een variabele donkere spikkeling; er komen echter ook vaalgele exemplaren voor.
Vliegtijd en gedrag
Half juli-half oktober in één generatie. De vlinders komen goed op licht.
Gelijkende soorten vlinder
Bij het geelblad (E. quercinaria) heeft de buitenste dwarslijn een kronkel bij de voorrand en is er geen contrast tussen het borststuk en de rest van de vlinder. Bij de essenspanner (E. fuscantaria) en de gehakkelde spanner (E. erosaria) is de buitenste dwarslijn veel minder gekromd; bovendien is bij de egalere gehakkelde spanner de middenstip vaag of afwezig. Beide soorten hebben een (licht)bruin borststuk. Zie ook de iepentakvlinder (E. autumnaria).
Voorvleugellengte: 16-20 mm. In de meeste gevallen onderscheidt het helder kanariegele borststuk deze spanner van de andere Ennomos-soorten. Verder vertoont de buitenste dwarslijn op de voorvleugel een vrij sterke kromming en bereikt deze lijn in een geleidelijke boog de voorrand. De afstand van deze lijn tot de vleugelpunt is in verhouding kleiner dan bij de andere Ennomos-soorten. Gewoonlijk is de middenstip duidelijk aanwezig. De grondkleur is doorgaans oranjegeel (soms donkerder) met een variabele donkere spikkeling; er komen echter ook vaalgele exemplaren voor.
Vliegtijd en gedrag
Half juli-half oktober in één generatie. De vlinders komen goed op licht.
Gelijkende soorten vlinder
Bij het geelblad (E. quercinaria) heeft de buitenste dwarslijn een kronkel bij de voorrand en is er geen contrast tussen het borststuk en de rest van de vlinder. Bij de essenspanner (E. fuscantaria) en de gehakkelde spanner (E. erosaria) is de buitenste dwarslijn veel minder gekromd; bovendien is bij de egalere gehakkelde spanner de middenstip vaag of afwezig. Beide soorten hebben een (licht)bruin borststuk. Zie ook de iepentakvlinder (E. autumnaria).