Noordse witsnuitlibel - Leucorrhinia rubicunda
De noordse witsnuitlibel is een vrij kleine libel. De soort komt in Nederland en België algemeen voor en lijkt sterk op de venwitsnuitlibel, maar is iets robuuster en minder kritisch.

Venwitsnuitlibel - Leucorrhinia dubia
De venwitsnuitlibel is een kleine, donkere witsnuitlibel met kleine achterlijfsvlekken, komen in Nederland en België vrij veel voor.

Grote keizerlibel - Anax imperator
De grote keizerlibel is een zeer grote en opvallende libel die algemeen voorkomt. De soort is zeer mobiel en weet nieuwe leefgebieden snel te bereiken.

Metaalglanslibel - Somatochlora metallica
Het is de meest groene van de glanslibellen en de soort komt in Nederland algemeen voor.
Sorry voor de kwaliteit van de foto maar ben deze soort nog maar één keer tegengekomen en was het nog in vlucht.

Smaragdlibel - Cordulia aenea
Smaragdlibel is een veel voorkomende libel. Kan je op elk type water tegenkomen.

Kleine tanglibel - Onychogomphus forcipatus
De kleine tanglibel is een in Nederland en België zeer zeldzame soort, die voorkomt bij snel stromende beken en bovenlopen van rivieren met grindbanken.

Doet me deugd dat ik nog eens iets van je hoor.
Welkom.

Zuidelijke oeverlibel - Orthetrum brunneum
Een oeverlibel, waarvan de mannetjes door het blauw berijpte borststuk onmiskenbaar zijn, maar waarvan de vrouwtjes makkelijk met vrouwtjes van de Beekoeverlibel en de Vuurlibel verward kunnen worden. Onderscheid van vrouw Beekoeverlibel is zeer lastig, de lengte en kleur van het pterostigma en het wittige voorhoofd vormen goede kenmerken. Zeldzaam in Nederland en België.

Ja, ze moeten juist zitten om ze goed te kunnen fotograferen om die aanhangsels te zien.

Beekoeverlibel - Orthetrum coerulescens
De beekoeverlibel is de kleinste van de oeverlibellen in Nederland. Het achterlijf is smaller dan bij de gewone oeverlibel (Orthetrum cancellatum) en de zuidelijke oeverlibel (Orthetrum brunneum). De pterostigmata zijn okergeel tot lichtbruin en de ogen zijn blauwgrijs. Het borststuk is aan de bovenzijde (meestal) bruin met twee duidelijk afgetekende lichte schouderstrepen. Uitgekleurde mannetjes krijgen een geheel blauw berijpt achterlijf, (vrijwel) zonder zwarte punt. Sommige mannetjes krijgen in meer of mindere mate blauwe berijping op het borststuk, waardoor de schouderstrepen vervagen. Het gezicht is bruin. Jonge mannetjes en vrouwtjes hebben een okerkleurig tot bruin achterlijf, met een dunne zwarte lengtestreep over het midden.