Up to you. Je weet het, met foto's is het altijd lastiger dan met het materiaal in de hand of, nog beter, onder de microscoop/binoculair. Maar ik zou dit inderdaad op Dicranum scoparium houden.

Ja, ik denk wel dat het Dicranum scoparium is, een erg variabele soort, mede afhankelijk van het substraat.

Zulk grof Hypnum curpressiforme materiaal, op steen of in de duinen, zou ik var. lacunosum willen noemen.

Bij nader inzien waarschijnlijk toch Ptychostomum capillare (syn.: Bryum capillare), maar op een foto is het soms lastig te zien. Ik heb liever het materiaal in de hand, met loupe of onder het binoclulair.

Ik denk eerder aan een Syntrichia.

Tja, Bart-Jan heeft mij gestrikt om determinator van mossen te worden, d.w.z. van Blad-, Lever- en Hauwmossen, dus niet van Korstmossen. Nu determineer ik normaliter mossen veelal met een microscoop en/of onder het binoculair, dus het zal niet altijd meevallen om enkel aan de hand van één of meer foto's de juiste naam te geven. Veel hangt af van de soort mos maar mogelijk meer nog van de kwaliteit van de foto's. Daarom een dringend beroep op alle fotografen, probeer scherpe foto's te maken, waarop veel te zien is. Vergeet ook niet in de begeleidende teksten duidelijk aan te geven waar het mos gevonden is, geografische omschrijving (mag globaal) maar vooral ook habitat-gegevens.
Nog even heel kort iets over mezelf. Een geboren Fries (Haskerhorne), maar ik woon sinds 2005 in Choszczno, Polen. Ik houd me hier vooral bezig met het hogere plantengeslacht Carex (Zegge), en voorts met mossen. Samen met enkele Nederlandse bryologen werk ik momenteel aan een boek over Mossen in Fryslân; een boek over het geslacht Carex in Nederland is vorig december net verschenen bij de KNNV Uitgeverij. We zijn destijds ons mossenonderzoek in Fryslân gestart in 1987, dus nu, na 35 jaar, tijd voor de uiteindelijke verslaglegging.
Ik hoop op vele fraaie mosfoto's van jullie te mogen rekenen.