Het Eierzakje komt voor op vochtige, op de grondliggende twijgen en takjes van loof- en naaldbomen en dennennaalden, heel soms op brandplekken. Vooral in bossen en struwelen op zandige bodems.
Het Eierzakje groeit in groepen maar omdat de vruchtlichamen zo klein zijn en een vrij onopvallende kleur hebben, vallen ze nauwelijks op.
Het vruchtlichaam is bol- tot zakvormig.
Het scheurt bij rijpheid aan de bovenzijde onregelmatig open waardoor de lensvormige, geelbruine eitjes (peridiolen) bloot komen te liggen.
België, oktober 2024